We gebruiken cookies om uw ervaring te verbeteren Lees meer
Reduceer ventiel
Een reduceerventiel is een type ventiel dat de druk van lucht of medium vanuit een hogedrukbron verlaagt naar een meer constante lagere druk voor de gebruiker.
Dit zorgt ervoor dat de lucht of het medium uit de bron geschikt wordt gemaakt voor gebruik.
Reduceer met correctie uitlaat (backflow, afblaas)
De regeling van de druk van de perslucht is van groot belang voor de goede werking van de cilinder/actuator en het rendement. Zowel een te hoge als een te lage druk leiden tot verspilling van energie. Bij een te lage druk wordt de te vervullen functie niet goed uitgevoerd en dus is elke toegevoegde energie verspilde energie.
Een hogere druk dan noodzakelijk leidt tot verspilling van energie.
Tevens leidt hogere druk tot een versnelde slijtage van het persluchtsysteem.
Bovendien kan dit in sommige gevallen zelfs gevaarlijk zijn.
Werking: Instelknop(1) en spindel(2) brengt spanning op veer(3), wat een kracht op membraan(4) aanbrengt. Aan de andere zijde van het membraan staat de druk van het medium(5), welke in open verbinding staat met de druk aan de uitgang(8) van het reduceerventiel. Als bijvoorbeeld de druk aan de uitgang(8) zakt, dan drukt de veer klep(6) verder open, waardoor de toegenomen stroming in staat kan zijn de ingestelde, gewenste, druk te handhaven.
De druk aan de uitgaande kant van een reduceer loopt wel eens hoog op, wanneer de klep iets lekt of als men tussentijds de gereduceerde druk lager instelt. In de tekening staat daarom een reduceer met een correctie uitlaat(9) in het reduceerventiel geplaatst. Is de druk bij een bepaalde instelling aan de uitgaande kant(8) (dus onder het membraan) te hoog, dan gaat het membraan(4) zover naar boven dat de stift(7) van het gat in het membraan vrijkomt en de uitgaande zijde kan ontluchten tot de gewenste druk is bereikt. Door deze actie sluit onderste klep(6) waardoor er geen toevoer meer plaats vindt.
Het verschil tussen tussen ontluchtende(relieving) en niet-ontluchtende(non-relieving) drukregelaars ligt in hun functionaliteit:
Ontluchtende(relieving) Reduceer ventiel:
Een Ontluchtende(relieving) Reduceer ventiel kan druk aflaten vanaf de downstream als de druk boven het ingestelde punt stijgt, zelfs in een no-flow situatie.
Dit wordt bereikt door een ontlastklep (of gat) in het midden van het diafragma en de spilassemblage te hebben.
Wanneer de downstream druk het ingestelde punt overschrijdt, tilt het diafragma op van de spil, waardoor de druk kan ontsnappen in de atmosfeer.
Redenen voor drukopbouw stroomafwaarts(P2) kunnen zijn:
· Mechanische krachten die werken op een cilinder
· Temperatuurveranderingen in een downstream systeem
· Vullen van vloeistof in een vat voor tankbeschermingstoepassingen.
Verlichtende regelaars worden veel gebruikt in verschillende toepassingen.
Niet ontluchtende(Non-relieving) Reduceer ventiel:
Een niet ontluchtende(Non-relieving) Reduceer ventiel heeft geen ontlast gat in de diafragma-assemblage.
Deze wordt veelal gebruikt in toepassingen met constante stroming waar constante stroming het risico nihil is dat de downstream(P2) druk het ingestelde punt van de regelaar overschrijdt.
Niet-verlichtende regelaars hebben de voorkeur voor gevaarlijke, explosieve of kostbare gassen omdat ze geen overtollige downstream-druk in de atmosfeer ventileren.
Echter, bij het gebruik van een niet-verlichtende regelaar is het essentieel om andere middelen te hebben (zoals downstream-ontlasting) om het proces, de apparatuur en de veiligheid te beschermen!